Pagina inhoud

    Algemene slotbepaling wetboek burgerlijke rechtsvordering (art. 1077 Rv.)

    Inleiding slotbepaling wetboek van Rechtsvordering

    Art. 1077 Rv. geeft nog drie algemene slotbepalingen, die van toepassing zijn voor het wetboek van Burgerlijke rechtsvordering. Deze hebben alledrie betrekking op de Algemene Termijnenwet.

    NB per 1 mei 2023 is het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering weer ‘één gemaakt’. Voordien was er een niet-digitale versie en een digitale versie. De links naar wetten.overheid verwijzen doorgaans nog naar de niet-digitale versie. Artikelen in cursief zijn inmiddels aangepast.

    Klik op deze link om naar het nieuwe eengemaakte wetboek van Rv. te gaan.

    Uitzondering Algemene Termijnenwet

    Art. 1077 lid 1 Rv. bepaalt, dat de Algemene Termijnenwet niet van toepassing is op de termijn gesteld in de art. 443, eerste lid, eerste zin Rv. en art. 479g, tweede lid Rv..

    Het eerstgenoemde artikel bepaalt:

    “De deurwaarder zal dadelijk, of uiterlijk op de volgende dag overgaan tot de meer bijzondere aanduiding der zaken die hij in beslag neemt, en zal deze op het door hem daarvan onverwijld op te maken proces-verbaal nauwkeurig beschrijven met opgave van hun getal, gewicht en maat overeenkomstig hun aard.”

    Het laatstgenoemde artikel bepaalt:

    “De raad voor de kinderbescherming en het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen kunnen beslag leggen op de dag, volgende op die waarop de uitkering moet geschieden, zonder voorafgaande betekening of bevel tot betaling als bedoeld in artikel 432.”

    Dagvaardingstermijnen

    Voor de toepassing van de Algemene termijnenwet worden de termijnen, gesteld in de art. 114 Rv. tot en met art. 116 Rv., aangemerkt als termijnen in de zin van art. 1, tweede lid Algemene Termijnenwet  (art. 1077 lid 2 Rv.).

    Art. 114 Rv. bepaalt dat de gewone termijn van dagvaarding tenminste een week bedraagt.

    Art. 115 Rv. geeft de termijn van dagvaarding van partijen, die niet in Nederland wonen. Dit zijn de lange termijnen van drie maanden resp. vier weken. Hetzij omdat ze in het buitenland wonen of geen woonplaats bekend is. Wanneer in Nederland in persoon kan worden betekend geldt weer een week (lid 3).

    Art. 116 Rv. gaat over betekening aan aandeelhouders. En aan personen die worden gedagvaard wegens onredelijk bezwarende bedingen in algemene voorwaarden als bedoeld in art. 1003 Rv. (Titel 12, Boek 3 Rv.). Dan geldt een termijn van vier weken.

    Art. 1 Algemene Termijnenwet bepaalt, dat een in een wet gestelde termijn die op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag eindigt, wordt verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is. In lid 2 wordt een uitzondering gemaakt: dit geldt niet voor termijnen, bepaald door terugrekening vanaf een tijdstip of een gebeurtenis. Art. 1077 lid 1 Rv. past die uitzondering ook toe op deze dagvaardingstermijnen. Dat is merkwaardig want je zou denken dat er toch tegen een roldag gedagvaard zal moeten worden, en die valt sowieso op een werkdag.

    Algemeen erkende feestdagen: verwijzing naar Algemene Termijnenwet

    Onder algemeen erkende feestdagen worden in dit wetboek verstaan de in art. 3 Algemene termijnenwet als zodanig genoemde en de bij of krachtens dat artikel daarmede gelijkgestelde dagen (art. 1077 lid 3 Rv.). Dat zijn de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag, Koningsdag en 5 mei. Goede Vrijdag is daarmee gelijkgesteld (lid 2). Bij besluit kan de lijst van deze dagen worden uitgebreid.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 24-12-2019]

    Algemene slotbepaling wetboek burgerlijke rechtsvordering (art. 1077 Rv.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Praktizijns

    Pagina inhoud

      Algemene slotbepaling wetboek burgerlijke rechtsvordering (art. 1077 Rv.)

      Inleiding slotbepaling wetboek van Rechtsvordering

      Art. 1077 Rv. geeft nog drie algemene slotbepalingen, die van toepassing zijn voor het wetboek van Burgerlijke rechtsvordering. Deze hebben alledrie betrekking op de Algemene Termijnenwet.

      NB per 1 mei 2023 is het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering weer ‘één gemaakt’. Voordien was er een niet-digitale versie en een digitale versie. De links naar wetten.overheid verwijzen doorgaans nog naar de niet-digitale versie. Artikelen in cursief zijn inmiddels aangepast.

      Klik op deze link om naar het nieuwe eengemaakte wetboek van Rv. te gaan.

      Uitzondering Algemene Termijnenwet

      Art. 1077 lid 1 Rv. bepaalt, dat de Algemene Termijnenwet niet van toepassing is op de termijn gesteld in de art. 443, eerste lid, eerste zin Rv. en art. 479g, tweede lid Rv..

      Het eerstgenoemde artikel bepaalt:

      “De deurwaarder zal dadelijk, of uiterlijk op de volgende dag overgaan tot de meer bijzondere aanduiding der zaken die hij in beslag neemt, en zal deze op het door hem daarvan onverwijld op te maken proces-verbaal nauwkeurig beschrijven met opgave van hun getal, gewicht en maat overeenkomstig hun aard.”

      Het laatstgenoemde artikel bepaalt:

      “De raad voor de kinderbescherming en het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen kunnen beslag leggen op de dag, volgende op die waarop de uitkering moet geschieden, zonder voorafgaande betekening of bevel tot betaling als bedoeld in artikel 432.”

      Dagvaardingstermijnen

      Voor de toepassing van de Algemene termijnenwet worden de termijnen, gesteld in de art. 114 Rv. tot en met art. 116 Rv., aangemerkt als termijnen in de zin van art. 1, tweede lid Algemene Termijnenwet  (art. 1077 lid 2 Rv.).

      Art. 114 Rv. bepaalt dat de gewone termijn van dagvaarding tenminste een week bedraagt.

      Art. 115 Rv. geeft de termijn van dagvaarding van partijen, die niet in Nederland wonen. Dit zijn de lange termijnen van drie maanden resp. vier weken. Hetzij omdat ze in het buitenland wonen of geen woonplaats bekend is. Wanneer in Nederland in persoon kan worden betekend geldt weer een week (lid 3).

      Art. 116 Rv. gaat over betekening aan aandeelhouders. En aan personen die worden gedagvaard wegens onredelijk bezwarende bedingen in algemene voorwaarden als bedoeld in art. 1003 Rv. (Titel 12, Boek 3 Rv.). Dan geldt een termijn van vier weken.

      Art. 1 Algemene Termijnenwet bepaalt, dat een in een wet gestelde termijn die op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag eindigt, wordt verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is. In lid 2 wordt een uitzondering gemaakt: dit geldt niet voor termijnen, bepaald door terugrekening vanaf een tijdstip of een gebeurtenis. Art. 1077 lid 1 Rv. past die uitzondering ook toe op deze dagvaardingstermijnen. Dat is merkwaardig want je zou denken dat er toch tegen een roldag gedagvaard zal moeten worden, en die valt sowieso op een werkdag.

      Algemeen erkende feestdagen: verwijzing naar Algemene Termijnenwet

      Onder algemeen erkende feestdagen worden in dit wetboek verstaan de in art. 3 Algemene termijnenwet als zodanig genoemde en de bij of krachtens dat artikel daarmede gelijkgestelde dagen (art. 1077 lid 3 Rv.). Dat zijn de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag, Koningsdag en 5 mei. Goede Vrijdag is daarmee gelijkgesteld (lid 2). Bij besluit kan de lijst van deze dagen worden uitgebreid.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 24-12-2019]

      Algemene slotbepaling wetboek burgerlijke rechtsvordering (art. 1077 Rv.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!